Allerheiligen wordt al sinds de 9e eeuw gevierd in de katholieke kerk. Deze gelegenheid werd door paus Gregorius IV in 837 aangewezen. Op 1 november bezoeken de mensen in heel Polen de begraafplaatsen om kaarsen aan te steken en te bidden voor hun overledene familieleden en vrienden. De bedoeling van deze traditie is herinnering, toewijding en respect voor de overledenen te uiten.
Vroeger…
In Polen, aan het begin van de 20e eeuw bakten de huisvrouwen voor 1 november speciale kleine broden, genaamd powałki of heretyczki. De voorbereidende werkzaamheden begonnen al twee dagen eerder want op 1 november, toen de zielen van voorouders naar hun huizen terugkeerden, was het verboden om een vuur aan te steken. De houtkachel zou een favoriete plek zijn voor de geesten van de overledenen zijn. Men geloofde dat als iemand die dag brood bakt, zijn huis zou afbranden. Volgens de traditie moesten er evenveel broden gebakken worden als er overledenen in de familie waren. Vervolgens werd het brood onder de bedelaars verdeeld. Op sommige plekken in Polen kregen de arme mensen zelfs vlees of kaas. Het brood werd ook aan de katholieke priesters aangeboden zodat zij voor de zielen van de doden zouden bidden.
Hedendaags…
Tegenwoordig is 1 november een vrije dag in Polen, zodat mensen in vrede met hun familie de graven van hun familieleden kunnen bezoeken. Op de begraafplaatsen worden de kaarsen aangestoken en bloemen, meestal chrysanthemums, neergezet.
Op deze dag herdenken de Polen niet alleen de overledenen uit hun familiekring, maar ook degenen die hun leven voor vaderland hebben opgeofferd.