Een aflaat (indulgentie of strafontheffing) is in de Katholieke Kerk een kwijtschelding van tijdelijke straffen voor zonden, die reeds door het kerkelijk gezag vergeven zijn.
In de Katholieke kerk worden de zonden vergeven in het sacrament van boete en verzoening. De priester legt eerst aan de gelovige een straf op en dan spreekt hij de absolutie over de biechteling uit. Zodra die straf verricht is, dan zijn de zonden vergeven. Maar het kwaad dat door die zonden is aangericht, is nog niet weggehaald. De Katholieke Kerk leert dat er in het hiernamaals nog een catharsis (zuivering) plaatsvindt, voordat de gelovige naar de hemel gaat. De zuivering vindt plaats via aflaten omdat deze louterend werken.
En Ik zeg u ook, dat gij zijt Petrus, en op deze petra zal Ik Mijn gemeente bouwen, en de poorten der hel zullen dezelve niet overweldigen. En Ik zal u geven de sleutelen van het Koninkrijk der hemelen; en zo wat gij zult binden op de aarde, zal in de hemelen gebonden zijn; en zo wat gij ontbinden zult op de aarde, zal in de hemelen ontbonden zijn.
Mattheus 16:18
Deze woorden, rechtstreeks tot Peter gesproken, maar ook tot elk van zijn opvolgers, en dus de paus, geven hem de macht om zonden te vergeven. De God wil de mens niet veroordeeld achterlaten. Evenmin wil hij dat de mens lijdt voor zijn zonden, ook al is het terecht.
De aflaat wordt in Poolse dorpen uitbundig gevierd. Iedereen is feestelijk gekleed, de kinderen ook. Sommige volwassenen en kinderen dragen zelfs een traditionele klederdracht.
Kleine kindjes strooien met bloemen tijdens de optocht.