Jong Polen (Młoda Polska) is een befaamd begrip, maar dan alleen in Polen. Het was een beweging in de kunst, literatuur en muziek die tussen 1890 en de Eerste Wereldoorlog bestond en als een van de belangrijkste artistieke periodes van de Poolse kunst wordt beschouwd. Deze beweging trachtte de Poolse culturele identiteit en trots te waarborgen. De kunstwerken bevatten symbolen van de Poolse cultuur en tradities. Op mijn blog heb ik inmiddels twee artikelen geplaatst over twee bekende kunstenaars uit dit tijdperk Stanisław Wyspiański en Józef Mehoffer.
De naam Jong Polen
Jong Polen is de naam die wordt gegeven aan de artistieke stroming, die zowel neoromantisch als modernistisch is. Er liggen twee hoofdelementen aan de oorsprong van deze kunststroming: een emotionele reactie die geboren wordt uit het lijden van de onderdrukte Poolse natie en de invloed van verschillende Europese stromingen: impressionisme, naturalisme en symbolisme. De stad Krakau wordt de wieg van deze nieuwe beweging en nieuwe filosofie.
De naam Jong Polen komt van de titel van een reeks artikelen van de Poolse schrijver Artur Górski in het tijdschrift Het Leven (Życie) waarin hij het literaire programma van jonge Poolse auteurs presenteerde. Hij heeft de volgende postulaten in zijn artikelen opgenomen:
- Onafhankelijkheid van de kunstenaar. Terugkeer naar het oorspronkelijke karakter van de kunst.
- Subjectivisme. Kunst is een verslag van een individuele ervaring.
- Antipathie tegen bekrompen mensen die niet geïnteresseerd zijn in kunst.
- Terugkeer naar Romantiek in de literatuur en kunst. Romantiek was voornamelijk een rebellie tegen de gevestigde sociale regels die tijdens de Verlichting prevaleerden.
- Een kritisch oordeel over het Europese decadentisme. Artur Górski schreef: ‘Dekadencja to zwichnięcie skrzydeł i wleczenie ich po ziemi. Vertaling: ‘Decadentisme is een ontwrichting van de vleugels en ze over de grond slepen.’
- Apotheose van het individu. Vrijheid voor het individu.
Jong Polen in literatuur
De meest opvallende Poolse schrijvers en hun werken uit dit tijdperk zijn:
- Władysław Reymont en zijn groots nationale epos Chłopi (De Boeren) waarvoor hij in 1924 de Nobelprijs voor Literatuur ontving. In dit boek creëerde Reymont een completer en suggestiever beeld van het plattelandsleven dan enige andere Poolse schrijver. De roman maakt indruk met zijn authenticiteit van de realiteit, tradities, gewoonten, gedrag en spirituele cultuur van de mensen op het platte land. Een andere prachtige roman van deze schrijver is Ziemia Obiecana (Het Beloofde Land).
- Stanisław Wyspiański – een zeer getalenteerde en veelzijdige kunstenaar: toneelschrijver, schilder, ontwerper van glas-in-loodramen, dichter en auteur van een aantal toneelstukken waaronder Wesele (De Bruiloft). Het toneelstuk gaat over een bruiloft tussen een dichter en een boerenmeisje. De bruidegom wordt bezocht door allegorische personages en personages uit de Poolse geschiedenis die hem en zijn gasten oproepen om hun plicht jegens Polen te vervullen, maar de gasten blijven zowel figuurlijk als letterlijk dansen, wat symbool staat voor de tegenslag van de Polen om hun land te kunnen bevrijden.
- Stefan Żeromski – schrijver, auteur van de prachtige Poolse romans waaronder Ludzie bezdomni (De daklozen), Wierna rzeka (De trouwe rivier), Przedwiośnie (Voor de lente). In zijn boeken behandelde hij sociale problemen, zoals onafhankelijkheid van Polen of russificatie van de Poolse jeugd.
- Gabriela Zapolska was een Poolse roman- en toneelschrijver. Zij kreeg de meeste erkenning voor haar sociaal-satirische komedies. Onder hen, Moralność Pani Dulskiej (De moraal van mevrouw Dulska) – een tragische klucht over Poolse petit bourgeois. Haar toneelstukken werden vertaald in verschillende talen en uitgevoerd in Poolse en Europese theaters. Zapolska speelde zelf op het podium in meer dan 200 toneelstukken in Warschau, Krakau, Poznań, Lviv, Sint-Petersburg en Parijs.
Andere Poolse schrijvers uit dit tijdperk zijn: Leopold Staff, Jan Kasprowicz, Kazimierz Przerwa-Tetmajer, Tadeusz Boy-Żeleński.
Jong Polen in kunst
De schilderkunst van Jong Polen is bekend om haar sprookjesachtig gekleurde landschappen. De stijl uit dit tijdperk wordt gekenmerkt door golvende en vloeiende lijnen, plant- en diermotieven, asymmetrie en felle kleuren. De artiesten werden onder andere geïnspireerd door de middeleeuwse kunst, opgevat als een terugkeer naar het begin van alles, voornamelijk zichtbaar in glas-in-loodramen. Bovendien door de kunst uit het Verre Oosten, nationale en folkloristische elementen, wereld van mythologie en volksgeloof. Ook de natuur en het gecompliceerde en ondoorgrondelijke karaktervan de vrouw – de heldin van de Art Nouveau – zijn aandachtspunten in dit tijdperk.
Daarbij stond de mens centraal in de kunst van Jong Polen. Een mens gezien als een individu omringd door het universum. Op deze manier probeerden de kunstenaars het geschil tussen sensualiteit en spiritualiteit van de menselijke natuur, de complexiteit van de menselijke psyche, te laten zien. Zo ontstonden portretten, waarin schilders probeerden de gevoelens van de geportretteerde weer te geven.
De prominente Poolse schilders uit dit tijdperk zijn:
Jacek Malczewski
In zijn schilderkunst paste hij het symbolisme toe als geen andere Poolse schilder. Zijn schilderij W tumanie (In de stofwolk) is het hoogtepunt daarvan. In het schilderij weergaf hij een groep personages – een geboeide vrouw en haar geketende zonen – die uit een stofwolk boven een onverharde weg tevoorschijn komen. De personages staan symbool voor de Poolse natie die in boeien zat als gevolg van de Drie Delingen. De stille getuige van dit tafereel is het al even verontrustende, synthetische landschap. De vlakte bedekt met gouden graan was, volgens Malczewski, de essentie van het Poolse landschap. De horizontale lijn van de compositie wordt gemarkeerd door een donkere strook bos, die het schilderij in twee delen verdeelt: de bovenste laag met de bewolkte lucht en het onderste deel met een veld dat in een intense kleur geel baadt.
In veel schilderijen van Malczewski zijn bovendien patriottische en romantische elementen te vinden, bijvoorbeeld in het schilderij Melancholia (Melancholiek), verbeeldde de kunstenaar het tragische lot van Polen in de November- en Januariopstand.
Władysław Podkowiński
Władysław Podkowiński kwam uit Warschau waar hij ook aan de Academie van Schone Kunsten studeerde, in tegenstelling tot zijn collega-schilders die uit Krakau kwamen. Hij wordt wel beschouwd als een voorloper van het Poolse impressionisme. Het meeste bekende schilderij van Podkowiński is Szał Uniesień (Frenzy in extase). Het schilderij toont een naakte, roodharige vrouw op een zwart, steigerend paard. Het paard laat zijn tanden zien en zijn tong hangt uit. Er loopt schuim uit zijn bek. De vrouw die op het paard rijdt, grijpt zijn nek stevig vast, haar ogen zijn dicht, haar losse haar waaiert uit en vloeit omhoog om zich te vermengen met de manen van het paard. Het paard en de vrouw zijn in ware grote geschilderd. Het schilderij is namelijk drie meter hoog.
In 1894 was het schilderij te zien op een kunsttentoonstelling in Warschau en werd hevig bekritiseerd. De tentoonstelling duurde slechts 36 dagen omdat Podkowinski op de 37e dag een mes meebracht en zijn werk aan stukken sneed. Het schilderij is pas na zijn dood gerestaureerd. Tegenwoordig wordt het prominent tentoongesteld in het Sukiennice Museum in Krakau. De motieven van de artiest zijn onbekend.
Olga Boznańska
Haar werk wordt geclassificeerd als post-impressionisme. Haar oeuvre omvat stillevens, interieur en soms landschappen. Maar portret bleef het domein van haar kunst. In haar portretten concentreerde de kunstenares zich op het gezicht van het model om de psychische toestand en karaktereigenschappen van het model te weerspiegelen.
Józef Chełmoński
Chełmoński is de belangrijkste vertegenwoordiger van het Poolse realisme. Zijn oeuvre omarmt voornamelijk het boerenleven en het Poolse landschap. Zijn twee meest bekende schilderijen zijn Bociany (De ooievaars) en Babie Lato (De nazomer).
Het schilderij De ooievaars toont twee personages – een man en een jongen die uitrusten van het zware werk op het land. Zij observeren een zwerm van ooievaars. Het landschap rondom de twee personen is in felle kleuren afgebeeld. De dag is zonnig. Op de achtergrond is een dorp zichtbaar. Het schilderij is een uiting van interesse in het dorpsleven en in het boerenleven. Dit is ook kenmerkend voor de kunstperiode van Jong Polen. Daarnaast laat het schilder de relatie tussen mens en natuur zien. Een man en een jongen, moe van het harde werk, staren samen naar de ooievaars. Hun buitengewone belangstelling voor de natuur is zichtbaar.
Dat ze hard moeten werken, kun je aan de blote en vieze voeten van de boer zien. Hun vee op de achtergrond staat klaar om straks verder te gaan ploegen.
Wojciech Weiss
Wojciech Weiss is één van de meest veelzijdige Poolse schilders. Hij begon met historische of mythologische schilderijen, maar stapte later over op het expressionisme. Hij werd tevens geïnspireerd door het symbolisme. Na 1905 gebruikte hij in zijn schilderkunst veel levendige kleuren en in grote volumes. Zijn schilderijen werden gedomineerd door landschappen en figuren. Tegen het einde van zijn leven leverde hij schilderijen van het socialistisch realisme in Polen.
Andere grote schilders uit dit tijdperk zijn: Stanisław Wyspiański, Józef Mehoffer, Leon Wyczółkowski en Józef Pankiewicz.
Na het herwinnen van de onafhankelijkheid kwam er geleidelijk een einde aan de beweging Jong Polen en volgden veel Poolse kunstenaars weer de stromingen die destijds in andere Europese landen ook populair waren. De kunst in Polen hoefde niet langer een manier te zijn om de nationale herinnering en trots tijdens onderdrukking in leven te houden.