In de Tweede Kamer is een wetsvoorstel ingediend met 3500 handtekeningen om het Verdrag van Istanbul op te zeggen. Het Ordo Iuris Instituut samen met andere christelijke organisaties kwam met een burgerinitiatief: ‘Ja tegen gezin, nee tegen gender’.
Wat is het verdrag van Istanbul?
Het verdrag van Istanbul stelt richtlijnen en eisen met betrekking tot de aanpak van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld in landen die het document getekend en geratificeerd hebben. Deze landen hebben belangrijke verantwoordelijkheden op zich genomen hoe huiselijk geweld tegen vrouwen op landelijk niveau aangepakt moet worden. Het klinkt heel mooi, toch? Vierentwintig landen hebben het verdrag nog niet geratificeerd, waaronder zes EU-lidstaten namelijk Tsjechië, Litouwen, Letland, Hongarije, Slovakije en Bulgarije. Andere landen, zoals België waren heel snel met het ratificeren van het verdrag. Het Hongaarse parlement heeft het Verdrag van Istanbul verworpen omdat het gender ideologie en massamigratie zou bevorderen.
Een paar weken geleden hebben de Poolse politici het thema van de Istanbul-conventie opnieuw ter sprake gebracht. Afgelopen dagen hebben de christelijke organisaties een initiatief genomen dat in een wetsvoorstel ‘Ja tegen gezin, nee tegen gender’ resulteerde.
De conclusies van deze organisaties met betrekking tot dit verdrag luidt als volgt:
Het Verdrag van Istanbul is buitengewoon gevaarlijk. Het bestrijdt geen geweld tegen vrouwen, maar beperkt de vrijheid en introduceert de gender ideologie.
Waar komt deze conclusie vandaan?
In het Verdrag van Istanbul worden de oorzaken van geweld tegen vrouwen niet duidelijk gedefinieerd. Het verdrag introduceert geen nieuwe effectieve manieren van handhaving om daadwerkelijk het geweld tegen vrouwen te bestrijden. Bij het opstellen van het verdrag negeerden de auteurs de belangrijke bronnen van geweld, die in onderzoek van de Wereldgezondheidsorganisatie werden aangewezen, zoals verschillende verslavingen, het uiteenvallen van familiebanden of de seksualisering van vrouwen en meisjes in de media.
In plaats van de werkelijke oorzaken van geweld te bestrijden, vallen de auteurs van de conventie de basisinstellingen van de Poolse grondwettelijke orde aan, zoals gezin en huwelijk. Het document verplicht zelfs de ondertekenaars om de traditionele rollen van man en vrouw uit te roeien. Een dergelijke aanpak is contraproductief – volgens de gegevens van het Europees Bureau voor de grondrechten en de OESO worden de hoogste percentages van geweld tegen vrouwen geregistreerd in die landen waar het verdrag al jaren van kracht is, bijvoorbeeld Denemarken – 52%, Finland – 47%, Zweden – 46%, ter vergelijking, Polen – 19%. Zie de afbeelding hieronder:
In Polen zijn de specifieke wetten voor het melden van huiselijk geweld, de reactie daarop en de bescherming van slachtoffers al van kracht. Een voorbeeld hiervan is de enkele maanden geleden geïntroduceerde mogelijkheid om de geweldpleger uit het huis te plaatsen zonder dat er eerst een strafrechtelijke procedure moet worden gestart. De ratificatie en opzegging van het verdrag heeft eigenlijk geen invloed op de toepassing van de nationale wetten.
In de tekst van het verdrag hebben we te maken met de onduidelijke regels en vage definities.
Het verdrag introduceert onduidelijke juridische regels die kunnen worden misbruikt. De deskundigen letten voornamelijk op de juridische taal waarmee het is geschreven. Het eerste artikel opent al de weg voor eindeloze interpretaties:
Artikel 1 – Doelstellingen van het Verdrag
De doelstellingen van dit Verdrag zijn:
a. vrouwen te beschermen tegen alle vormen van geweld en geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld te voorkomen, te vervolgen en uit te bannen;
b. bij te dragen aan de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen en wezenlijke gelijkheid van vrouwen en mannen te bevorderen, mede door de eigen kracht van vrouwen te versterken;
c. een allesomvattend kader op te zetten met beleid en maatregelen ter bescherming en ondersteuning van alle slachtoffers van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld;
d. internationale samenwerking te bevorderen teneinde geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld uit te bannen;
e. ondersteuning en bijstand te bieden aan organisaties en rechtshandhavende instanties teneinde effectief samen te werken ten behoeve van het aannemen van een integrale aanpak om geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld uit te bannen.
Artikel 40 – Seksuele intimidatie
De partijen nemen de wetgevende of andere maatregelen die nodig zijn om te waarborgen dat elke vorm van ongewenst verbaal, non-verbaal of fysiek seksueel getint gedrag met het doel of gevolg de waardigheid van een persoon te schenden, in het bijzonder door het creëren van een intimiderende, vijandige, onterende, vernederende of beledigende omgeving, onderworpen is aan strafrechtelijke of andere juridische sancties.
bron: Verdrag van de Raad van Europa inzake het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld
De definities van geweld en agressie kunnen zeer ruim worden geïnterpreteerd. Onder het mom van bestrijding van geweld wordt de vrijheid ingeperkt. Want wie gaat bepalen wat deze agressie is, aangezien het vermeld wordt dat het niet alleen om fysiek maar ook om verbaal geweld gaat? Wat zijn precies ‘alle vormen van geweld’? Welke instellingen zullen deze definities handhaven en toezicht houden op de handhaving? Deze vage formulering kan leiden tot een eindeloos misbruik van de opgestelde wetten.
Het verdrag discrimineert mannen en jongens.
In het artikel 4 lezen we: ‘de partijen nemen de nodige wetgevende en andere maatregelen ter bevordering en bescherming van het recht van een ieder, en van vrouwen in het bijzonder‘. Hoeven de mannen niet beschermd te worden tegen discriminatie? En kleine jongens die meestal de slachtoffers zijn van de pedofielen (nog vaker dan de meisjes)… hebben zijn geen bescherming nodig?
Het verdrag bevordert de revolutie van de cultuur marxisten en de ondermijning van het christendom.
Onder het mom van geweldbestrijding worden de postulaten van de culturele revolutie geïntroduceerd die de fundamenten van het christelijke Europa aantasten. De bron van geweld wordt gezocht in een traditioneel onderwijs of in het christendom, maar niet in het alcoholisme of andere verslavingen. Naar verluidt is een heteroseksueel, religieus gezin de echte vijand. Alles moet hergedefinieerd worden en iedereen moet heropgevoed worden.
Artikel 12, lid 1 in het verdrag zegt: ‘De partijen nemen de nodige maatregelen om veranderingen in de sociale en culturele gedragspatronen van vrouwen en mannen te stimuleren teneinde vooroordelen, gewoonten, tradities en alle andere praktijken gebaseerd op het idee dat vrouwen inferieur zouden zijn of op stereotype rollen van vrouwen en mannen uit te bannen‘.
Hier ontstaan de volgende vragen: welke stereotypen zijn dat precies? En door wie worden ze geëlimineerd? Hoe zullen ze worden afgestemd op het ontwikkelingsniveau van kinderen? Worden ze überhaupt hierop afgestemd? Waar zijn de rechten van de ouders om hun kinderen volgens hun religieuze normen en waarden op te voeden?
Het is moeilijk om het oneens te zijn met degenen die de Conventie zien als een instrument om de vrijheid te beperken. Vooral omdat het document juridisch gezien overbodig is. De bescherming van de slachtoffers wordt al door de nationale wetten geregeld. Bovendien wordt de veiligheid van vrouwen niet beter gewaarborgd.
Laten we niet langer wachten en het verdrag opzeggen.