Het kasteel in Pszczyna (of anders genaamd het Chateau Pless) lijkt eigenlijk meer op een paleis en is tegenwoordig één van de meest waardevolle aristocratische residenties in heel Polen. Het object heeft namelijk de oorlogstijd vrij goed doorstaan en beschikt over een vrijwel compleet, origineel interieur, wat niet vaak het geval is in Polen. Van binnen en buiten maakt het kasteel een grote indruk. Bekijk de foto’s en lees de geschiedenis van het kasteel. Misschien krijg je ook dat wow-gevoel, net zoals ik.
Geschiedenis van het kasteel
Aan het begin van de 16e eeuw werden de domeinen van Pszczyna geregeerd door de hertogen van Cieszyn. In 1517 verkocht de hertog van Cieszyn, Kazimierz II, het land aan een Hongaarse magnaat, Aleksy Turzo, waarmee een einde kwam aan een regeerperiode van de dynastie van Piasten in het district Pszczyna. Er werd een landstaat (Wolne Państwo Stanowe) met een hoofdstad in Pszczyna gesticht, inclusief de volgende steden Mikołów, Bieruń en sinds 1536 Mysłowice.
In 1548 veranderde het hertogdom Pszczyna van eigenaar – de nieuwe eigenaar was een bisschop van Wrocław, Baltazar Promnic. De familie Promnic bleef de eigenaar was het kasteel tot 1765 en in deze tijd werd het kasteel ingericht volgens de richtlijnen van de renaissance. Aan het begin van de 18e eeuw werd de functie van de kapelmeester en organist in het kasteel aan Georg Philipp Telemann (1681-1767) toevertrouwd – een Duits barokcomponist. Sinds 1979 worden concerten genaamd ‘Avond met Telemann’ in het kasteel georganiseerd, waar muziekliefhebbers onvergetelijke momenten kunnen doorbrengen tijdens het luisteren naar zijn composities. De concerten vinden plaats in de zogenaamde Spiegelkamer (Sala Lustrzana) van het Pszczyna-kasteel (zie foto’s onder).
Aan de muren in deze kamer tegenover elkaar hangen twee prachtige spiegels met een oppervlakte van elk 14 m2. Vandaar de naam natuurlijk.
De volgende eigenaren van Pszczyna waren: de hertogen Von Anhalt-Köthen-Pless tussen 1765 en 1846 en vervolgens de familie Von Hochberg.
In 1850 ontving Hans Heinrich XI von Hochberg de titel van de Prins van Pless en hij was ook de langst regerende prins op het kasteel (1855-1907). In zijn tijd werd het kasteel in Pszczyna vaak bezocht door de Pruisische koningen, Duitse keizers en prominente gasten uit heel Europa.
Na het overlijden van de oude hertog werden het Chateau Pless overgenomen door prins Hans Heinrich XV (1861-1938), wiens vrouw beroemd was om haar schoonheid: de Engelse dame Mary Theresa Olivia Cornwallis-West, prinses von Pless, beter bekend als Daisy (1873-1943). Na hun huwelijk in Londen kwam ze in december 1891 naar Pless en schreef haar eerste indruk in haar dagboek op: ‘There were hectares of terraces and gardens as well as many indistinguishable sculptures. A wonderful order of a stately residence of a heavy luxury but with no comfort or convenience, or even a personal bathroom!‘
Tijdens de Eerste Wereldoorlog speelde het kasteel van Pszczyna een belangrijke rol als huisvesting voor het hoofdkwartier van de keizer en de algemene zaken van het Duitse leger. Het was hier, in Pszczyna, waar de keizer, de chef van de generale staf, maarschalk Paul von Hindenburg, en de chef van de oostelijke staf, generaal Erich von Ludendorff, militaire beslissingen namen die de geschiedenis van Europa veranderden.
Nadat het Rode Leger in februari 1945 Pszczyna binnen marcheerde, werd het kasteel omgebouwd tot ziekenhuis. Verbazingwekkend bleef het interieur inclusief enorme kristallen spiegels intact. Ongeveer 80% van de originele inrichting bleef bewaard.
Het kasteel in Pszczyna is één van de weinige musea in dit deel van Europa met zoveel elementen die bewaard zijn gebleven. In 1995 werd het museum beloond door de organisatie Europa Nostra voor ‘diligent reconstruction of the castle interiors with their furnishings based on thorough historical researches which brought back the splendour of the beginning of the twentieth century’.
Je kunt het museum bezoeken met een audiotour. Het bezoek duurt ongeveer 1 uur.