De trompet melodie vanuit de Mariakerk in Krakau is een symbool van de voormalige hoofdstad van Polen. Heel lang geleden speelde de torenwachter de trompet melodie twee keer per dag, in de ochtend en in de avond, en gaf hiermee een signaal om de stadspoorten te openen en te sluiten. Bovendien waarschuwde hij de bewoners van de stad in geval van een vijandige aanval. Tegenwoordig weerklinkt deze melodie elk uur vanuit de Mariakerk in Krakau en om 12.00 wordt hij via het Poolse Radio I programma uitgezonden. De muzikant speelt het liedje af in de hoogste toren van de kerk. In de ramen van deze toren kun je de gestalte met een glimmend blaasinstrument zien. De muzikant speelt volgens de traditie in de vier richtingen: het zuiden – d.w.z. in de richting van Wawel voor de koning; het westen – in de richting van het stadhuis voor de stadsautoriteiten; het noorden – in de richting van de Florianuspoort voor de toeristen; en het oosten – in de richting van de Kleine Markt van Krakau ter ere van de handelaars en brandweer.
Op 18 mei 1944 werd deze trompet melodie gespeeld door de Poolse soldaten ter herdenking van de slag om Monte Cassino. En op 11 juni 2000 braken tweeduizend trompettisten het Guinness record door deze melodie gezamenlijk op de Grote Markt van Krakau te spelen. Iedereen, die naar deze melodie geluisterd heeft, kan een getuigschrift in een nabijgelegen kraam ontvangen en ook een herdenkingsmunt kopen. En als je wil weten waarom de muzikant deze melodie vanuit de Mariakerk in Krakau speelt en waarom de melodie abrupt op de halve toon stopt, kun je met de onderstaande legende kennismaken.
Toen het Tataarse leger voor de zoveelste keer Polen overstroomde, wachtten de bewoners van Krakau angstig het moment af waarop het vijandelijke leger aan de poorten van de stad zou staan. Daarom was de torenwachter elke dag op zijn hoede, dag en nacht naar de vijand uitkijkend om de inwoners tijdig te kunnen waarschuwen. De hele stad sliep nog, toen de silhouetten van de Tataarse krijgers, uit de ochtendmist tevoorschijn kwamen. De soldaten kropen naar de stadsmuren om een verrassingsaanval uit te voeren. De bewaker bleef echter waakzaam. Hij zag de vijand en sloeg alarm en maakte de hele stad wakker. De verdedigers van Krakau reikten onmiddellijk naar hun wapens en gingen de muren op, terwijl de Tataren talloze pijlen afschoten, omdat ze woedend waren dat hun plan mislukt was. Zij richtten hun pijlen vooral op de dappere torenwachter, die, ongeacht het gevaar, op zijn trompet bleef spelen om de bewoners en soldaten een hart onder de riem te steken. Een van de Tataarse pijlen raakte de keel van de trompettist en de melodie werd op de halve toon afgebroken. Ter nagedachtenis aan de dappere torenwachter die, volgens de legende, de stad redde, wordt de melodie tot op de dag van vandaag op deze manier afgespeeld.
Een interessante aanvulling op deze legende is het verhaal verteld in het boek ‘Trompettist uit Samarkand’ door de Poolse journalist en auteur Ksawery Pruszynski. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het Poolse leger, gevormd onder het bevel van generaal Wladyslaw Anders, gestationeerd in de Oezbeekse stad Samarkand. De plaatselijke ouderen stuurden een verrassende boodschap naar de Poolse generaal. De militaire trompettisten werden namelijk gevraagd om een melodie te spelen. Het ging om een melodie, die ze al eeuwen vanaf een hoge toren in de hoofdstad van dit land speelden. De soldaten vermoedden dat het om trompet melodie van de Mariakerk in Krakau ging. Nadat ze de melodie hebben afgespeeld, vroegen ze nieuwsgierig naar de rede van dit verzoek. De inwoners van Samarkand legden uit dat dit te maken had met de oorlog campagne, die hun Tataarse voorouders eeuwen geleden ondernamen. Deze eindigde in een grote nederlaag. In de mondelinge traditionele verhalen onder de bewoners van deze stad heerste een overtuiging dat het verlies het gevolg was van Gods woede en vloek. De Tataren zouden de stad hebben aangevallen toen de melodie de bewoners van Krakau riep om te bidden. Deze vloek zou net zo lang op het Oezbeekse volk heersen tot dat een krijger, uit het eens aangevallen land, zou arriveren en dezelfde melodie op de markt naast de moskee in Samarkand zou afspelen.
Is dit waar of is dit alleen een literaire fictie – het is moeilijk te zeggen. Maar er is meestal iets van waarheid in elke legende.