Een paasei is een symbool van onsterfelijkheid en eeuwigheid. Hij wordt geassocieerd met de wedergeboorte in de natuur. Het symbool van het ei werd door het Christendom overgenomen en betekent de verrijzenis van Christus. In Polen kennen we ook de traditie van paaseieren versieren, zoals in meeste christelijke landen. Deze paaseieren worden in het mandje gelegd. En met bepaalde soorten voedsel en versiering in het mandje ontstaat het zogenaamde Paasmandje (in het Pools Koszyczek Wielkanocny of Święconka).
De traditionele Święconka, waarmee de mensen op Stille Zaterdag naar de kerk gaan om Pasen te vieren, stamt uit de traditie die teruggaat tot de 14e eeuw in Polen. In het begin gingen de priesters van huis naar huis om de prachtig gedekte tafels vol verschillende soorten voedsel te zegenen. Na verloop van tijd moesten de priesters steeds grotere afstanden afleggen om bij elk huishouden te komen. Daarom veranderde de rijk versierde tafel in een symbolisch mandje waarmee de gelovigen naar de kerk gingen. In de kerk werd een gezamenlijke ceremonie gehouden om de paasmandjes te zegenen en te bidden.
Wat symboliseert de inhoud van dit paasmandje?
De inhoud van het paasmandje is een manifest van de overwinning van het leven op de dood. Het zijn voor de hand liggende religieuze verwijzingen. Deze prachtige eeuwenoude volkstraditie is weergegeven door middel van symbolen die deze mand met zich meedraagt. Niets is hier toevallig, elk voedsel dat erin is geplaatst, is bedoeld om iets te presenteren. Elk symbool is erkend door de christelijke en volkstradities. En de mand moet van riet zijn met een wit servetje erin dat de doop symboliseert.
Brood – een onmisbaar product in het mandje dat de eucharistie symboliseert en tegelijkertijd het dagelijkse basisvoedsel is.
Zout – wordt geassocieerd met spirituele kracht en geestelijke bescherming.
Eieren – een onafscheidelijk symbool van Pasen. Het ei is een oud symbool van kracht, leven en wedergeboorte. In het verleden probeerde het Christendom van dit symbool af te komen, omdat het teveel met hekserij werd geassocieerd, maar omdat deze pogingen niet succesvol waren, werd het ei alsnog in de viering van Pasen opgenomen.
Schelpen van eieren – werden vroeger in de hoeken van huizen geplaatst of in de velden begraven om de goede oogst te garanderen.
Mierikswortel – deze plant heeft een beschermende en antiseptische eigenschappen. Het wordt ook beweerd dat het de vertering van ‘zware’ Poolse vleesgerechten vergemakkelijkt. De pittige smaak zou de passie van Jezus moeten uitbeelden.
Paascake – symboliseert de kookvaardigheid van de vrouw.
Lammetje gemaakt van brood, cake, suiker of zelfs boter – in het Nieuwe Testament wordt Jezus door Johannes de Doper het Lam Gods genoemd. Het is een verwijzing naar alle offers die gebracht werden tijdens het Paasfeest.
Vlees of worst – betekent rijk gedekte tafel met voedzaam voedsel.
Er worden ook vaak kleine takjes buxus of katjesboom, bosbessen, haver of tuinkers ter versiering in het mandje gelegd.