Het Fort Boyen ontstond in de jaren 1844-1856. Het werd gebouwd in de opdracht van Frederik Willem IV, de koning van Pruisen. In 1914 werd het fort in het begin van de Eerste Wereldoorlog door het Russische offensief getest. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het gebruikt door de Duitse inlichtingendienst. In 1945 kwam het in handen van het Rode Leger. Waar komt de naam ‘Boyen’ vandaan? En is het het waard om het fort te bezichtigen? Lees verder in dit blog.
Het Fort Boyen in Giżycko werd in de jaren 1843-1855 opgericht als een strategisch object dat de landengte tussen de meren Niegocin en Kisajno moest blokkeren. Begin april 1843 liet koning Friedrich Wilhelm IV de bouw van het fort starten. Er werd een project van een zeshoekig fort ontwikkeld. Er zouden vier toegangspoorten zijn: Giżycka, Kętrzyńska, Prochowa en Wodna, en het geheel moest door een muur omringd worden: de zogenaamde muur van Carnot van 2.303 m lang. De eerste steen werd op 4 september 1844 gelegd. In 1846 werd besloten om één van de initiatiefnemers van de bouw, generaal von Boyen, te eren en het toekomstige fort zijn naam te geven. Vervolgens kregen de bastions de volgende namen: Hermann, Ludwig, Leopold (van de namen van de generaal) en Zwaard, Wet en Licht (van de symbolen in het wapen van de generaal).
Het fort was voorbereid om een basis voor ongeveer 3.000 soldaten te vormen. Het garnizoen van Giżycko werd in 1859 opgericht. Vanaf 1889 functioneerde tevens een commandokantoor in Giżycko. In 1902 werd een artilleriemagazijn in het fort Boyen gevestigd.
Vanuit de verdedigingsstrategie speelde de lijn van het Mazurisch Merenplateau een belangrijke rol. Het fort en de natuurlijke elementen in de omgeving blokkeerden het Russische leger dat Oost-Pruisen binnenviel. In die tijd speelde het fort ook een belangrijke rol bij de mobilisatie van troepen in deze regio. Deze legertroepen, die ongeveer 4.000 soldaten telden, voerden een aantal militaire operaties tegen het Russische leger. In augustus 1914 verdedigden zij met succes het fort Boyen tegen een Russische aanval. Na de Eerste Wereldoorlog werd het fort als een ziekenhuis gebruikt. Tijdens de Tweede Wereldoorlog bevond zich hier het Abwehr-centrum waar de Duitse soldaten en spionnen getraind werden. Tijdens de aanval op de stad in januari 1945 werd het fort zonder slag of stoot verlaten en ik handen van het Rode Leger kwam.
Sinds de jaren 90 is het fort open voor toeristen.
Op deze site kun je informatie winnen over de bezichtiging van het fort. In het Engels of in het Duits.