De volgende voorjaarsbloemen komen tevoorschijn. In dit artikel ga ik verder op een ontdekkingsreis door de bossen en weilanden. En ik heb het volgende aantal lentebloeiers voor jullie voorbereid.
Gevlekte rietorchis – kukułka zapoznana
De gevlekte rietorchis is één van de vele soorten orchideeën. De bladeren van deze bloem zijn gevlekt. Als je in het weiland loopt, kun je de prachtige kleur van deze bloem niet missen. In Nederland is de bloem beschermd.
Moerasvergeet-mij-nietje – niezapominajka błotna
Deze bloem is tussen andere moerasbloemen te vinden. Hij valt op door zijn fraaie hemelsblauwe kleur. Het moerasvergeet-mij-nietje heeft kleine en regelmatige bloemen.
Europese trollius – pełnik europejski
De planten worden ongeveer 60 cm hoog en hebben botergele, bijna ronde bloemen. De bloembladen zitten dicht opeen gevouwen. Aan de top is er een kleine opening waardoor alleen kleine vliegjes en kevertjes naar binnen kunnen dringen. Grotere insecten zoals hommels en bijen kunnen de bloembladen opzij duwen en zo naar binnen dringen om de nectar te drinken.
Amerikaans glidkruid – tarczyca bocznokwiatowa
Amerikaans glidkruid heet deze bloem, soms ten onrechte blauw glidkruid genaamd. Deze plant wordt ongeveer 50 cm hoog en wordt voornamelijk langs waterkanten en in moerasbos aangetroffen. Deze plant wordt in kruidengeneeskunde gebruikt en heeft een zenuwversterkende werking.
Gele dovenetel – gajowiec żółty
Dit is een brandnetelachtige plant, echter zonder brandharen. Deze voorjaarsbloem bloeit met name in mei en juni. De gele dovenetel is een uitgesproken schaduwminnende plant. De bloemen worden in hoofdzakelijk door bijen bestoven.
Grote muur – gwiazdnica
Grote muur is een kruidachtige, vaste plant uit de anjerfamilie. Deze schattige witte bloempjes zien er een beetje teer uit. Ze hebben vijf tweedelige kroonbladen, die als sterretjes uitstaan.
Gewoon barbarakruid – gorycznik pospolity
Toen ik deze plant zag, zei ik meteen ‘koolzaad!’. Niks is minder waar. Misschien moet ik maar ‘koolzaad’ een keertje van dichtbij bekijken. De soort groeit vooral op zonnige tot licht beschaduwde plekken. De bladen blijven lang groen, zelfs tot in december, en werden vroeger als rauwkost gegeten.
Gewone smeerwortel – żywokost lekarski
De gewone smeerwortel is een plant die je veel tegenkomt op hellingen, bermen en slootkanten. De plant bloeit in verschillende kleuren, van wit tot paars.
Vogelmuur – gwiazdnica pospolita
Deze bloem groeit in akkers, tuinen en wijngaarden. Het aftreksel van de verse plant wordt gebruikt tegen reumatiek en gewrichtspijnen. De zaden worden graag door vogels gegeten, vandaar de naam. De bloeitijd van vogelmuur loopt van januari tot december met een piek in het voorjaar.
Asarum – kopytnik
De asarum is in Nederland beter bekend als mansoor. De groene bladeren van deze vaste plant hebben een ronde vorm, die op een oor lijken… vandaar de naam. Normaalgesproken bloeit hij van april tot mei, lees ik overal. Bij ons in het bos is het nog niet het geval. Op de blaadjes van deze plant zie je heel veel stuifmeel liggen.
Er is zo veel te leren over de bossen en weilanden, lees mijn andere artikels: