Hoe kunnen we onze liefde tonen aan mensen in nood als er teveel zijn om hen te helpen? Wie moeten/ kunnen we helpen als we niet iedereen kunnen helpen? Deze algemene vragen nemen steeds meer een dramatische vorm aan in de specifieke situaties. Bijvoorbeeld: de verdeling van voedsel onder de behoeftigen of de omvang van hulp aan immigranten en vluchtelingen. In het christelijke domein wordt dit vraagstuk door de regel genaamd orde caritatis geregeld. Deze regel is het onderwerp van dit blog.
Het concept van helpen is in het christendom gebaseerd om een rationele manier van denken. De rationele dimensie van liefde komt tot uitdrukking in het feit dat we niet van iedereen op dezelfde manier kunnen houden en dat we niet iedereen kunnen helpen. Als uitgangspunt moet men denken aan de houding van Jezus, die specifieke cirkels om hem heen creëerde: hij was natuurlijk bereid om iedereen, die luisteren wilde, te onderwijzen. Hij koos echter een hechte groep van 12 apostelen. En hij hield met name van één student. Buiten de groep van discepelen was hij bijzonder bevriend met het huis Lazarus. Hij genas niet iedereen, maar sommige mensen. Vergis je niet: de boodschap van Jezus is universeel waarmee hij opriep tot het openen van onze harten, zelfs voor de vijand. Het belang van liefde voor broeders in geloof is echter duidelijk zichtbaar en in de bijbel aangeduid:
Maar als iemand de zijnen en vooral zijn huisgenoten niet verzorgt, heeft hij het geloof verloochend en is hij erger dan ongelovige.
(1 TM 5,8)
Al deze bijbelse feiten zijn de basis geworden voor de regel genaamd ordo caritatis, wat eigenlijk uitgedrukt kan worden als ‘orde van barmhartigheid‘ of ‘volgorde van liefde‘.
Liefde en rationeel denken
Liefde voor de naaste moet, net als elke deugd, ondergeschikt zijn aan het rationeel denken, anders wordt het het tegenovergestelde of het leidt misschien zelfs tot zelfdestructie. Je wil niet in een ‘giftige’ relatie blijven. Ander voorbeeld: de deugd van gehoorzaamheid, die niet mag leiden tot de onderwerping aan immorele bevelen. Dit kan ongehinderde schade toebrengen aan jezelf of aan de bevolking. Volgens Thomas van Aquino kun je de volgorde op de volgende manier opschrijven: liefde voor God, liefde voor jezelf, liefde voor de naasten, liefde voor je lichaam, en dan: liefde voor je ouders, liefde voor je kinderen, liefde voor je vrouw, liefde voor je familieleden, liefde voor mensen die we meer kennen, liefde voor de vreemden, liefde voor de vijanden. Simpel gezegd heb je binnen de regel van ordo caritatis plicht om meer te geven aan je geliefden dan aan de vreemden.
Hier ontstaat een vraag: hebben wij (de Christen) de plicht om immigranten, die in nood zijn, te ontvangen? Natuurlijk moet je soms in een samenleving onvermijdelijk offers brengen. Maar als het resultaat van deze liefdadigheidsacties schade toebrengt aan onze westerse samenleving en de Christelijke Kerk, spreek je niet meer over goede daden, maar over achteloze handelingen. De aangeboden hulp moet op een manier verlopen, die ons gemeenschap niet zal schaden. Je volgt gewoon je gezond verstand!