Volgens de middeleeuwse bronnen was de koning Krak de oprichter van Krakau. Hij bouwde een versterkt fort op de Wawel-heuvel dat aanleiding gaf tot de hedendaagse stad Krakau. De stad werd genoemd naar de naam van die heerser. Na de dood van Krak zat zijn mooie dochter Wanda op de troon. Toen ze weigerde om met de Duitse prins Rydygier (Rittiger) te trouwen, viel hij het land van Krakau aan. Wanda sprong in de Wisła rivier en offerde haar eigen leven op om de militaire strijd te voorkomen. Op deze manier redde zij de stad van onvermijdelijke verwoesting. In de buurt van de plaats waar, volgens de legende, de bewoners haar lichaam aantroffen, bouwden de dankbare onderdanen een grafheuvel die nog steeds bestaat en de heuvel van Wanda wordt genoemd. Tegenwoordig vertellen de bewoners van Krakau een iets andere versie van de legende over de stichter van Krakau en het begin van de stad. De draak van Wawel speelt een belangrijke rol in dit verhaal.
De koning Krak was een goede en wijze heerser. In zijn land heerste er vrede, welvaart en vrijheid. Op een dag vestigde zich een ongevraagde gast in Wawel – een gigantische en angstaanjagende draak. Zijn lichaam was bedekt met schubben. Hij spuwde vuur. En zijn enorme staart deed het kasteel op zijn grondvesten schudden. Na verloop van tijd werd het monster steeds brutaler. Het verwoestte het land van Krakau en stak branden aan. Zijn eetlust had geen grenzen. De draak verslond schapen en zelfs koeien met één hap in zijn bek. Daarna begon hij tevens jonge meisjes te ontvoeren. De angst heerste onder de bewoners, die altijd verstopt in hun huizen zaten. De velden waren niet geploegd of geoogst om begonnen met onkruid te begroeien.
Op een dag riep de koning Krak zijn krijgers en onderdanen bij zich. Zij beraadslaagden heel lang maar zonder resultaat. Er was ook geen dappere man, die de draak aandurfde. Uiteindelijk kondigde de koning aan dat degene, die het monster verslaat, zijn enige dochter Wanda als vrouw zou krijgen en op de troon in Wawel zou gaan zitten. Er gingen lange en sombere dagen voorbij maar niemand wou deze moeilijke opdracht op zich nemen. Immers kwam een jonge schoenmakersleerling Skuba bij de koning. Zij hebben lang gediscussieerd terwijl de hovelingen bij de deur van de koning het gesprek probeerden af te luisteren. Nadat zij klaar waren, gaf de koning het bevel dat de hovelingen naar de schoenmakersleerling moesten luisteren, ook al vinden zij misschien zijn ideeën een beetje vreemd of onbegrijpelijk. En inderdaad vroeg Skuba niet om een zwaard, een schild of om een wapenuitrusting. Hij vroeg om een gelooide schapenhuid en een zak met zwavel. De schoenmakersleerling heeft de schapenhuid aan elkaar genaaid en deze met zwavel gevuld. Vervolgens heeft hij hier de poten, staart en kop van een ander schaap aan vastgenaaid. Zelfs met ogen en hoorns. Het zag er uit als een levende ram. Skuba heeft het dier naar de grot van de draak meegenomen en in de nacht bij de ingang neergezet.
De volgende ochtend verslond de draak de zelfgemaakte ram, toen hij hem de ingang van zijn grot zag. De zwavel begon hem onmiddellijk te branden. Om het brandende gevoel te blussen, begon het monster heel veel water uit de Wisła rivier te drinken. Hij dronk en hij dronk. Maar het hielp niet. Van al dat opgedronken water werd zijn buik steeds groter en groter, ronder en ronder. Net als een ballon. Uiteindelijk ontplofte het monster in duizenden stukjes. Skuba verzamelde nauwkeurig alle stukjes huid en maakte vervolgens prachtige groene schoentjes voor de prinses Wanda, zijn toekomstige vrouwe. Meteen keerde de vreugde terug in het land van Krakau. Iedereen zuchtte van opluchting. En het leven ging door. Het land van Krakau werd steeds groter en welvarender. De dappere schoenmakersleerling trouwde met de mooie prinses Wanda en bekleedde de troon van Wawel. Skuba en Wanda heersten nog lang, gelukkig en wijs, ofschoon de koopvrouwen op de markt in het centrum van Krakau beweerden dat Wanda over alles besliste. Ondanks dat Skuba de draak zo slim elimineerde, luisterde hij altijd goed naar zijn vrouw.
Eeuwen later verscheen een andere draak in Wawel. Hoewel hij ook met vuur spuwt, is niemand bang voor hem. Het is een van brons afgegoten standbeeld, dat neergezet is door de bewoners van Krakau ter herinnering aan deze legende. Dit verhaal is zeer geliefd onder de kinderen.