Oscypek (uitspraak: ‘ostsipek‘) wordt sinds de veertiende eeuw in het Tatragebergte in Polen geproduceerd. Deze zoute kaas wordt gemaakt van de melk van Zackel schapen, een Hongaars ras dat zich de afgelopen eeuwen perfect in Polen heeft geacclimatiseerd. Tot voor kort was het productiegebied van deze kaas beperkt tot het Tatragebergte, maar met de uitbreiding van het Nationale Park is het productiegebied vergroot. Deze kaas in allerlei vormen kun je nu ook in de regio’s Pieniny, Gorce, Beskidy en Bieszczady kopen.
De hoogte van het Poolse Tatragebergte varieert in hoogte tussen 800 en 1500 meter. Ondanks overvloedige regenval in deze gebieden zijn de weiden niet rijk aan voer omdat de temperatuur het hele jaar door laag blijft. De schapen worden van mei tot september buiten gehouden en worden twee keer per dag gemolken. In de lente en herfst vindt een feestelijke optocht plaats van herders met hun schapen, genaamd ‘redyk‘ (uitspraak: ‘reddik‘). Na het melken wordt de kaas door de herders zelf geproduceerd in rudimentaire en schone hutten. Deze hutten worden ook ‘bacówka‘ (uitspraak: ‘batsoewka‘) genoemd. Daar brandt altijd een vuurtje om de schapenmelk tot een bepaalde temperatuur op te warmen en om uiteindelijk de kaas te roken.
Sinds 2008 is oscypek geregistreerd als het Poolse regionale handelsmerk en wordt in verschillende vormen op de markten verkocht. In Polen wordt niet alleen de rauwe kaas verkocht maar ook de gemarineerde of gegrilde versie van deze Poolse specialiteit. De gegrilde versie (zie foto van dit blog) is zeer lekker met de cranberry saus en wordt vaak als voorgerecht in de Poolse restaurants geserveerd.