Een vermoeiende en lange reis van tienduizend kilometer door acht tijdzones, vijf grensovergangen en twee continenten heeft Maja Wolny, de auteur van het boek ‘De trein naar Tibet’ afgelegd. In de tijd van snelle massatoerisme waarin ze Tibet binnen 24 uur kon bereiken, keerde Maja Wolny terug naar wat het puurste is in het verkennen van de wereld: lijdzaam reizen. En zo bereikte ze met de Trans-Siberische, Trans-Mongoolse en Tibetaanse Spoorwegen het dak van de wereld, het Tibetaanse Lhasa.
Een rit op een hoogte van meer dan 5.000m betekende flauwvallen, kortademigheid en andere strubbelingen, die de auteur vergezelden, maar haar niet konden stoppen. Maja had een doelstelling. Ze reisde in het spoor van de Franse operazanger Alexandra David-Néel, de eerste Europese vrouw die het dak van de wereld wist te bereiken. David-Néel nam de Trans-Siberische spoorweg tot in Beijing en ging vandaar te voet naar Lhasa. Over haar vele reizen, filosofie en oosterse religies schreef ze meer dan dertig boeken.
Maja Wolny is goed bekend bij het Poolse publiek en heeft al een aantal verschillende romans gepubliceerd. In een interview met een lokale krant uit Krakau vertelde ze dat ze vijf jaar nodig had om zich voor deze reis voor te bereiden, ook al was dit niet de eerste keer dat ze richting het oosten reisde. Toen ze één van haar romans (‘Terugkeer van het noorden’) schreef, vertrok ze naar mystiek Siberië dat ze in het Vlaamse programma Interne Keuken als haar eerste liefde omschrijft. Tot een paar jaar geleden woonde ze nog in West-Europa en reisde voornamelijk in die richting. In 2015 besloot ze terug te keren naar Polen en woont op dit moment in het pittoreske plaatsje Kazimierz Dolny. ‘Als je lang op een vlakke plek in het Westen, zoals Vlaanderen, woont – goed ontwikkeld, vol met gelijke huizen en elegante tuinen – krijg je het gevoel dat de mens de heer van de wereld is, dat hij de wereld regeert. Hoe verder we naar het oosten gaan, hoe meer dit geloof bedrieglijk en belachelijk lijkt. In 2016 maakte ik mijn eerste reis naar Siberië. Ik had het gevoel dat ik een heel andere realiteit binnenreed en ik wilde eigenlijk nog verder gaan’, aldus Maja Wolny in het interview met de Poolse krant. En zo ging ze nog verder in het spoor van een bekende ontdekkingsreizigster. Vanuit de trein zag ze de wereld veranderen.
De boeken als ‘De trein naar Tibet’ worden in de categorie reisboeken geplaatst. Maar in dit geval zou het een tekortkoming zijn. Het is niet zo dat de schrijfster in de trein stapte, op de bestemming aankwam, beschreef wat ze zag en terugkwam. Het is een eerlijk dagboek vol met literaire verwijzingen, tevens haar ervaringen en meningen over verschillende onderwerpen. Verder laat Maja Wolny ons kennismaken met de cultuur, en gebruiken van de landen en mensen met wie ze omgaat. Bovendien geeft de auteur ook interessante feiten uit de geschiedenis, niet alleen van Tibet, maar ook van de gebieden die ze onderweg passeerde, zoals Polen, Europees Rusland, Siberië, Mongolië en China.
Het boek is net zo interessant als de bestemming. De woorden ‘reizen’ en ‘ontdekken’ krijgen weer hun oorspronkelijke betekenis.