Net zoals de namen van de maanden, zijn de namen van de dag heel anders in het Pools dan in het Nederlands. In het Nederlands zijn de namen ontleend aan de Germanen en de Romeinen die het gebruik van de Grieken hebben overgenomen om de dagen naar hemellichamen te noemen. En waar komen de namen van de dagen in Pools vandaan?
Niedziela – zondag
In de christelijke traditie begint de week met de zondag en voor christenen is het de belangrijkste dag van de week. De naam ‘niedziela‘ komt van ‘ne dělatĭ‘, wat in de taal van de Slavische voorouders van Polen een dag betekende waarop je niet werkt.
Poniedziałek – maandag
‘Poniedziałek‘ is een dag die na zondag komt. Logisch toch? ‘Po‘ betekent ‘na’. ‘Niedziałek‘ geeft de eerste dag van de week weer ‘niedziela‘.
Wtorek – dinsdag
‘Wtorek‘ is de tweede dag na zondag. De naam is afkomstig van het woord ‘wtóry‘ dat in archaïsche taal een synoniem is van ‘drugi‘ – het betekent ’tweede.
Środa – woensdag
‘Środa‘ – is de dag in het midden van de week. De naam is afkomstig van het woord ‘środkowy‘ dat ‘midden betekent.
Czwartek – donderdag
Donderdag is de vierde dag na zondag. De naam ‘czwartek‘ komt van het woord ‘czwarty‘ dat ‘vierde’ betekent.
Na de vierde dag komt ….
Piątek – vrijdag
En je raadt het al: de vijfde dag. ‘Piątek‘ is afkomstig van het woord ‘piąty‘. En het betekent ‘vijfde’.
Sobota – zaterdag
De naam van deze dag verwijst, net als zondag, naar religieuze tradities. Deze keer is het echter een joodse traditie sjabbat. Op zaterdag wordt de sjabbat gevierd, vandaar dat de naam die naar deze feestdag verwijst. Interessant is dat in andere Europese talen de namen van deze dag ook de sjabbat aanduiden en daarom hebben we bijvoorbeeld in het Portugees sábado.